Langdurige verslaving aan harddrugs, zoals cocaïne en heroïne, kan voor problemen aan het gebit zorgen. Nu hebben veel mensen die verslaafd zijn (geweest) ook nog eens angst om naar de tandarts te gaan. Ze zijn bang voor veroordeling, fysieke pijn en hoge kosten. In de gemeente Groningen kunnen cliënten van VNN al sinds 1999 terecht bij masterstudenten Tandheelkunde van het UMCG. VNN begeleidt de cliënten, de gemeente en Menzis dragen bij in de financiering. Het doel: de stap terug naar de maatschappij verkleinen voor mensen met een verslaving.
“Ik voelde me net een zombie”, vertelt Tom, een oud-cliënt. “Als ik lachte, moest ik steeds mijn tanden verbergen. Door mijn verslaving had ik mijn gebit jarenlang verwaarloosd en dat was te zien. Ik schaamde me dood. Dankzij het tandheelkundeproject van VNN en het UMCG heb ik me een nieuw gebit kunnen laten aanmeten. Je snapt niet, tenzij je in dezelfde situatie zit, hoe belangrijk dat is voor je herstel. Dat je je onder de mensen kan begeven zonder je te verstoppen. Dat je kunt lachen met je mond open. Dat je er mag zijn.”
Van kwaad tot erger
Tom liep al 2 jaar bij een tandarts, maar hij voelde zich daar niet prettig. Hij geneerde zich richting het personeel, waardoor de drempel om te gaan steeds hoger werd en de achterstand daarmee steeds groter. Toen werd Tom gewezen op het tandheelkundeproject. Elke vrijdagmiddag kunnen VNN-cliënten daar terecht voor gratis advies en behandeling door masterstudenten, begeleid door ervaren professoren. Verpleegkundige en contactpersoon van het project, Maurice Westerlaan, is zich bewust van de drempels die mensen kunnen ervaren en zorgt ervoor dat hij ze voorzichtig naar de tandartsstoel begeleidt.
Maurice: “Verzorging is voor veel mensen met een verslaving geen prioriteit. De aandacht gaat uit naar de volgende hit of snuif en er is vaak een gebrek aan routinetaken, zoals tandenpoetsen. Daar komt bij dat mensen die verslaafd zijn aan heroïne dat vaak ook zijn aan suiker. Suikerrijke waren als Mars, Snickers en vla zijn erg populair bij deze groep. De behandeling kan bestaan uit het vullen van gaatjes, maar in veel gevallen ook om hele kunstgebitten en andere zware ingrepen.”
Werk aan de winkel
Tijdens het eerste bezoek komen cliënten in de stoel van de studenten zitten. De studenten zijn overigens niet groen, ze zitten allemaal tegen het einde van hun opleiding en krijgen constant supervisie. De cliënt en de student bespreken de klachten en wensen, er wordt een röntgenfoto gemaakt van de mond, er wordt een behandelplan opgesteld en de tandarts kijkt alles na. Veel cliënten hebben tandvleesproblemen, moeten wortelkanaalbehandelingen, tanden worden getrokken en in sommige gevallen krijgen ze een prothese of een kunstgebit. Veel denken dan dat ze klaar zijn, maar bij kunstgebitten heb je te maken met een gipsmodel, een proefmodel, tussentijds passen en het opnieuw meten van de mal. Het kaakbot wordt namelijk kleiner als kiezen worden getrokken, waardoor de vorm van het kunstgebit verandert.
Tom: “Maurice heeft me heel erg op mijn gemak gesteld. Stapje voor stapje begeleidde hij me door het project. Ik kwam weleens een afspraak niet na en hij bleef me dan steunen. Ik had daar zoveel baat bij! Voor hem was het belangrijk dat ik op het goede spoor bleef en me niet liet ontmoedigen door een gemiste afspraak. Ik vind hem een heel bijzondere man, echt een man met karakter en hart voor de zaak. Je kunt bij hem op je bek gaan, en hij helpt je dan om toch de schouders er weer onder te zetten. Boos zul je hem nooit zien.”
Bij Tom moesten er maar liefst 11 kiezen en tanden uit. “Ik walgde van mezelf. Ik vond de verplichte coronamondkapjes geweldig, want die bedekten mijn mond. Ik heb een heel jaar niet in de spiegel gekeken, om diezelfde reden. Inmiddels heb ik een kunstgebit en ik heb daarmee een heel nieuw gezicht gekregen. Ik durf weer naar oude vrienden en familie en ik kan weer lachen. Als je verslaafd bent, is je wereld erg klein. En met een slecht gebit wordt die alleen maar kleiner. Het is echt noodzakelijk voor je herstel om een gezond en schoon gebit te hebben. Ik heb er spijt van dat ik pas zo laat met het project ben begonnen, ik had dat veel eerder moeten doen.”
Wat de opleiding heel goed doet volgens Tom, is dat de professoren de studenten zelf kritisch laat nadenken en niet de antwoorden voor ze oplepelen. Tegelijkertijd doen de studenten meer mensenkennis op, door met de VNN-cliënten te werken. Het is een groep met wie ze normaal misschien niet snel in contact zouden komen en weer andere gebitsproblemen hebben dan mensen die het gebit wel goed onderhouden. “Het is een win-win-win-situatie, want de cliënten worden geholpen, de studenten leren bij en de druk op het zorgstelsel en de maatschappij wordt verlaagd.”
De angst voorbij
Cliënt Dina is ook blij het met tandheelkundeproject. De stap om hulp te zoeken was voor haar groot en het was dan ook heel fijn dat Maurice de afspraken voor haar maakte. Ook tijdens de afspraak houden ze goed rekening met haar angst voor de tandarts. “Als ze bezig zijn en ik trek het even niet meer, steek ik gewoon mijn hand op en dan stoppen ze meteen. Ook zorgen ze dat ze eerst alles goed verdoven. Mijn oudste dochter heeft ook een angst voor de tandarts ontwikkeld en zij kon gelukkig met spoed naar de kinderafdeling van het UMCG voor hulp.”
Zijn er dan ook minpunten aan het programma? Volgens Dina kan een afspraak soms wat lang duren. “Dan wordt de professor erbij geroepen en die is dan net met iemand anders bezig. Ook moet je assertief zijn met de behandelplannen, daar houden ze zich niet altijd aan, omdat je vaak wisselt van student. Een nieuwe student maakt dan een ander behandelplan en dat kan soms verwarrend zijn. Tenslotte moet je, als je behandeld wil worden, verzekerd zijn bij Menzis. Nu zijn veel mensen in het Noorden bij hen verzekerd, het zorgt er wel voor dat niet iedereen mee kan doen met dit project. Althans, tot het volgende jaar, wanneer men kan wisselen van zorgverzekeraar.”
Tom herkent zich niet in de kritiek van Dina. “Ik zit er altijd met plezier. Er hangt een goede sfeer zo vlak voor het weekend. Je hebt er goede studenten en minder goede, dat hoort erbij. Ik loop er in ieder geval altijd weg zonder pijn. En het belangrijkste is dat mijn gebit er schoon en gezond uitziet en ik me niet meer voor alles en iedereen hoef te verbergen.”
“In 2021 verlengden we het contract voor het project voor 3 jaar”, vertelt verpleegkundige Maurice. “Het is erg belangrijk dat het project blijft bestaan, want het is cruciaal voor de re-integratie van deze dappere, maar ook kwetsbare doelgroep.”
* Dit verhaal is waarheidsgetrouw opgeschreven. Uit privacyoverwegingen zijn de namen van de cliënten gefingeerd.