Stel, je hebt als verzorgende een cliënt met een alcoholprobleem op de afdeling van het verpleeghuis waar je werkt. Schenk je dan op zondagochtend voor het eten wel of niet een borreltje voor de bewoners? Zulke vragen kwamen steeds vaker op bij de afdeling somatiek longstay in Maartenshof (Zorggroep Groningen). Zo kwam het dat ze bij VNN een incompany training aanvroegen over het herkennen van alcohol- en drugsgebruik. Twee deelnemers schetsen hun ervaringen met deze training.
Incompany training
Duurt Folkersma en Karin Wagenaar werken respectievelijk als afdelingshoofd en EVV’er (eerstverantwoordelijk verzorgende) op een afdeling somatiek bij Zorggroep Groningen. Op deze afdeling zijn 4 woningen voor kleinschalig wonen, met ieder 8 veelal oudere cliënten die naast een lichamelijke aandoening soms ook een psychiatrisch ziektebeeld hebben. Van de afdeling somatiek hebben 15 medewerkers een incompany training van 2 dagdelen gevolgd over het herkennen van alcohol- en drugsgebruik.
Alerter op verleidingen
Duurt Folkersma en Karin Wagenaar vinden dat ze veel informatie hebben gekregen over verslaving, over middelen, effecten en risico’s. Karin Wagenaar vond het een openbaring om te leren dat je veel beter positief gedrag kunt belonen, dan steeds corrigerend op te treden: “We zijn vaak geneigd om iemand voortdurend op de vingers te tikken als hij iets fout doet. Het is juist veel fijner om iemand te complimenteren als hij iets goed doet. De training heeft mij aan het denken gezet over hoe wij corrigeren. Collega’s die niet de zorgverlener zijn van een cliënt zouden deze ook niet op zijn (soms afwijkende) gedrag moeten aanspreken maar dit overlaten aan de EVV’er. Ik zie mijn cliënt met een verslaving nu heel anders: hij is zich vaak niet bewust van de dingen die hij doet. En ik merk dat ik hem nu tegenover collega’s in bescherming neem. Verder zijn wij inmiddels alerter op verleidingen, zoals het schenken van een borreltje voor het middageten op zondag. Wij praten er nu over of je dat wel of niet moet doen op de woning waar we een aantal cliënten met een alcoholverslaving hebben.”
Reële doelen stellen
Voor Duurt Folkersma – afdelingshoofd – is de training nuttig geweest om het beleid aan te scherpen: “Bij Zorggroep Groningen willen we altijd de mens achter de cliënt zien en zo goed mogelijk bepalen hoe we het beste op de cliënt aan kunnen sluiten. Met de nieuwe kennis kunnen we bewuster aan de slag met het zorgleefplan: welke afspraken maak je met een cliënt die te kampen heeft met een verslaving, wat voor sancties kun je inzetten, welke doelen kun je stellen, wat is reëel? Hoe kunnen we iemand stimuleren om afleiding te zoeken, een hobby op te pakken? Aan de basis van onze zorg staan goede afspraken, met collega’s en met de cliënt zelf.”
Aan het denken gezet
Voor Karin Wagenaar heeft de training echt een bewustwording op gang gebracht: “Ik begrijp de problemen van mensen met een verslaving beter. Zodra ze hier komen wonen moeten wij eigenlijk meteen professionele hulp inschakelen. Zodat we goed weten hoe we zo iemand betere zorg kunnen verlenen. We zijn via de training in contact gebracht met de medewerker van het WIJ-team die specifieke hulp biedt bij verslaving.” Duurt Folkersma vult aan: “Wij zijn meer gaan nadenken over de rol die wij als zorgverlener hebben. Voor de meeste mensen die op de afdeling somatiek komen wonen, is het hun laatste woonplek. Moeten wij zo iemand wel van de alcohol af willen helpen? Wat voor doelen kunnen we voor deze cliënt stellen? Wat tolereren we wel en wat niet? We hebben immers ook een verantwoordelijkheid naar de overige cliënten toe. Wat voor impact heeft het als er een cliënt komt wonen met een methadonverslaving? Voorheen waren onze medewerkers soms handelingsverlegen of werden ze door een verslaafde cliënt tegen elkaar uitgespeeld. We zien nu in dat we met elkaar op één lijn moeten zitten. Dat wij aan het denken gezet zijn is een winstpunt van deze training.”
Meerwaarde van de training
Karin Wagenaar: “Voor mij was de meerwaarde van de training de ontdekking dat ik mensen met een verslaving niet moet betuttelen. Ze willen zich gerespecteerd voelen, dat bereik je met het benoemen van positief gedrag, niet met steeds corrigeren.”
Duurt: “De meerwaarde van de training was voor mij dat ik meer de mens zie achter de verslaving. En dat ik besef dat verslaafd zijn een ziekte is, die ons als afdeling voor bijzondere uitdagingen stelt, die we graag willen aangaan.”