Het is mooi om te zien wat een telefoontje teweeg kan brengen.

Anoniem chatten
23 juni 2021

Marije Veldman is preventiemedewerker bij VNN. Soms praat ze met mensen die bellen voor een adviesgesprek. Ze weet nooit wie er zal bellen, of wat het contact teweeg zal brengen. Ze vertelt in dit verhaal hoe een klein contactmoment leidt naar vertrouwen, naar hoop en uiteindelijk naar beweging.

Op een middag ligt er een terugbelverzoek van een meisje van 17 jaar. Ik bel het nummer en ik vertel dat ik preventiemedewerker ben bij VNN. Het blijft stil aan de andere kant van de lijn. Als ik vraag of ik gelegen bel, geeft het meisje aan dat ze op haar slaapkamer zit. Haar moeder is thuis, onder invloed van alcohol. Haar zusje van 14 jaar is bij moeder.

Ze belt omdat ze zich radeloos voelt. Haar moeder is, zolang ze zich kan herinneren, verslaafd aan alcohol en dit geeft de nodige problemen. Het meisje vertelt wat ze gedurende haar leven met moeder (en stiefvader) heeft meegemaakt. Het meisje vertelt ook dat zij en haar zusje een goed netwerk om zich heen hebben. Ze zijn met regelmaat bij hun opa en oma en van haar tante en het gezin krijgen ze ook veel steun.

Tijdens ons gesprek is ze bang dat haar moeder haar hoort. Ze laat weten dat moeder absoluut geen hulp aanvaart en dat dit regelmatig tot heftige ruzies leidt. Ik laat het meisje weten dat ik het dapper vindt dat ze belt, ondanks de angst die ze voelt. Dat ik me de radeloosheid, de wanhoop en het verdriet goed voor kan stellen. Ik bied een luisterend oor en probeer samen met het meisje in te schatten of de situatie voor het meisje en haar zusje veilig is. Het meisje laat weten dat zij zich goed redden dankzij  het netwerk om hun heen. Ze heeft wel zorgen om het gedrag van haar zusje.

Met een verdrietige stem zegt ze: “Het moet toch een keer klaar zijn, ze moet toch een keer hulp aanvaarden?.''
Ik vraag het meisje of ik haar iets mag uitleggen over verslaving en over de wet en regelgeving in Nederland. Dat haar moeder zelf mag besluiten om hulp te aanvaarden of te weigeren. Ik leg haar op haar verzoek uit dat de huisarts van moeder, in geval van nood, kan ondersteunen als het gaat om lichamelijke klachten of psychische klachten. Samen bekijken we andere mogelijkheden die er zijn in geval van een crisissituatie.

Ik blijf met het gevoel zitten dat ik graag iets voor het meisje en haar zusje wil betekenen. Het meisje geeft aan zich sterk genoeg te voelen. Ze leeft immers al zo lang in deze situatie. Ze twijfelt aan het welzijn van haar zusje, maar refereert tegelijkertijd aan de steun van haar familie. Met haar toestemming vertel ik over de mogelijkheden die VNN biedt voor haar en voor haar familie, zoals Team KOV: Kinderen van Ouders met Verslavingsproblematiek, Lotgenotencontact of een cursus over ‘Het gebruik van een Ander Zat’. Ze luistert aandachtig en geeft aan dat ze de mogelijkheden wil delen met haar familie. Voor het meisje is het even genoeg. We wisselen contactgegevens uit en ze vertelt dat ze een volgende keer met haar tante zal bellen.

Het blijft even stil. Niet in mijn hoofd. Het telefoongesprek blijft me bezighouden. Er zijn kinderen betrokken. Mijn hulpverlenershart klopt. Echter, het meisje heeft de eerste stap gezet. Ik besluit af te wachten. Na enkele dagen gaat mijn telefoon. Het meisje belt, samen met haar tante. Tante geeft aan dat de situatie voor hen al jaren ontzettend moeilijk is. Ze vindt het dapper dat haar nichtje aan de bel getrokken heeft en ze zou niets liever willen dan hulp voor haar zus. We staan uitgebreid stil bij hun ongelooflijk lastige en verdrietige situatie en met elkaar zien we in dat het lastig wordt om moeder te overtuigen. Dit hebben ze ruim 18 jaar geprobeerd en het was niet gelukt.

Als ik het meisje en haar tante nogmaals vertel over de mogelijkheden die VNN biedt, geven ze aan na te willen denken. Ons aanbod is anders dan gehoopt, namelijk op moeder afstappen en zorgen dat ze hulp aanvaart. We spreken af dat we contact houden. We beëindigen het gesprek en ik voel opluchting. Er is contact! Mijn onderbuik zegt dat het meisje en haar tante nadenken over de investering die zij kunnen doen: de situatie op een andere manier gaan aanpakken.

In een mailwisseling die volgt vraagt tante of VNN bereid is hen allen (oma, tante en het meisje) te ontvangen in de cursus ‘Het gebruik van een Ander Zat’. Tante geeft aan dat ze het graag met elkaar willen doen. De stap naar VNN was groot. Het andere aanbod van VNN is voor hen een te grote stap. De loyaliteit aan de aan alcoholverslaafde moeder/zus/dochter is groot. Na overleg in ons team, besluiten we hen allen te ontvangen.

Er komt beweging

De cursus ‘Het gebruik van een Ander zat’ start. De familie is aanwezig. Ze beleven met elkaar bijzondere cursusdagen. De kennis over verslaving, over gedragsverandering, over verschillende gesprekstechnieken nemen ze tot hen. Ze luisteren aandachtig, delen hun ervaringen met ons en de andere cursisten. Er is aandacht voor de wanhoop en het verdriet van het gezin en een ieder staat stil bij het aangeven van eigen grenzen. De familie besluit de ervaringen te delen met hun aan alcoholverslaafde moeder/zus/dochter. Ze proberen allemaal de nieuwe kennis, de andere manier van omgaan met verslaving en het daarbij behorende gedrag, toe te passen. In de bijeenkomst vertellen ze over de worsteling en de successen daarin.

Er komt nog meer beweging

Iedereen om de aan alcoholverslaafde moeder heen verandert, waardoor moeder in beweging lijkt te komen. Er volgen enerverende weken en voor het eerst in het leven van het meisje ziet ze dat haar moeder hulp zoekt.

En nog meer…

In de laatste bijeenkomst geeft oma aan dat ze graag in contact wil komen met lotgenoten, zodat ze haar ervaringen kan blijven delen en kan blijven leren.

Het meisje geeft aan dat ze graag van gedachten wisselt met medewerkers van het KOV-team. Niet alleen voor haar, ook voor haar zusje. Het eerste contact tussen hen is gelegd… Tante geeft aan dat de cursus haar nieuwe handvatten heeft gegeven en dat ze tijd nodig heeft om alles te verwerken.

Het is mooi om te zien wat een telefoontje naar VNN teweeg kan brengen. Het gezin en de familie liep vast, wanhoop en verdriet voerden de boventoon. Nu voelen ze ruimte. Ruimte voor verandering in eigen denken en handelen, ruimte om te groeien als individu en ruimte om aan te sluiten bij het proces van hun aan alcoholverslaafde geliefde.

Over de auteur

Marije Veldman

Marije Veldman werkt sinds 2007 bij VNN. Binnen de organisatie heeft ze op verschillende afdelingen gewerkt: als ambulant woonbegeleider en als woonbegeleider op een begeleid wonen-locatie en later op een beschermd wonen-locatie. Daarna ging ze aan de slag als ggz-agoog bij FACT+ en sinds juli 2020 is ze preventiemedewerker.
Meer over Marije Veldman